Resoluties Heeren XVII (Nat. Arch. no. 255. )

10 Aug. 1668. In deliberatie geleijt sijnde, is goetgevonden en geresolveert dat seeckere acht personen die den tijt van 13 jaren in Corea gevangen geweest en nu van daar herwaarts overgekomen sijn, door Commissarissen uijt dese Vergaderingh sullen werden gehoort, wegen de hoedanigheijt, constitutie en gelegentheijt dier landen, waartoe, mitsgaders om de pretensien bij die luijden gemoveert te examineren en de Vergaderingh daar omtrent te dienen van hare consideratien en advis, werden mits desen versocht en gecommitteert d'Heeren Munter, Fannius, Lodesteijn en den Advocaat van de Compe. met adjunctie van d'Heer Thijssz., uijt de Hooftparticipanten.  


Resolutions Heeren XVII (Col. Arch no. 255.)

August 10, 1668. Put up for deliberation, has been approved and resolved that certain eight persons, who have been imprisoned for the time of 13 years in Corea and now have come from thither, by Commissioners from this Gathering will be heard, because of the quality, constitution and the situation of those countries, whereto, besides the pretence to examine motivated with those people and the Gathering thereupon to serve here by consideration and advice, were by means of these requested and delegated, the Gentlemen Munter, Fannius, Lodesteijn and the Lawyer of the Company with assistant of Mr.  Thijssz., from the main participants.