[ENGLISH]

Gezandtschap aan den Grooten (Pag.204)

Raadt, die den Tatung als opziender was by gevoegt, zou buiten twyffel zich zelven het zelffte gedaan hebben, dan de Tarters kregen hem terstondt levendig in handen, die hem, op hoope van hen dienste te kunnen doen, en 's Lands gelegentheit te openbaren, by den lyve lieten. Doch deze Heer behertigde beter zyn trouw en eed, dien hy den Sineeschen Keizer gezwooren had; gemerkt hy den Tarter niet gewaerdigde om aan hem den Koninklyken tytel te geven, en zich eenen Barbaar (zoo noemen de Sineezen gemeenlyk de Tarters) t'onderwerpen. De Tarters, die zich over de trouwheit en standvastigheid van dezen Man ten hooghsten verwonderden, stelden hem daar over in vryheit, en schonken hem 't leven om hier door te toonen , dat ook by hen de deugt en vroomheit, na waerdye, geloont wierd. Dan hy, die zyne vyanden in wreedheidt wilde overtreffen, en wel wiste wat loon, volgens de Sineesche wetten, hem te beurt zou vallen, heeft zich zelven het leven , dat de vyand hem geschonken had, met zich aan een strop te verhangen , benoomen: Want het was by de Sineezen van aller geheugenis her een onverbreekelyke wet en gewoonte geweest, dat alle Veld-oversten , niet alleen die zich niet wel gequeeten, maar ook de geene, die ongelukkigh gevochten hadden, den halze en 't leven verbeurden.

De Tarters, na datze de Stadt in deezer voege verovert, en onder hen gebied en gezagh gebragt hadden, lieten aanstonds opentlyk een verbod en bevel afkundigen, dat niet eene Stedeling of Burger aan lyf of leven verkort zou worden, indienze hun hair, na de Tartersche wyze, wilden doen afscheeren , hunne Sineesche kleeren afleggen, en de Tartersche dragt aanneemen, Want de Sineezen droegen, gelyk zulks op pag. 57. verhaalt is, eertyds lang hair; maar de Tarters scheeren hun hair geduurig kort af, alleen laten zy een lange tuit of lok aan 't achter hooft groeien , die zy zeer cierlyk weten te krullen en op te tooien, Den baart trekken ze ook geheel uit, maar houden groote en lange knevels. Wat nu de overige draght of kleeding, en aan en zeden dezer volken aangaat, daar af is te vooren op pag. 186. wydloopig gesprooken.

Gelyk dit streng gebodt eenighsins verschoonbaar was, alzoo haalden in tegendeel de Tarters, met een andere vuiler daad te begaan, een vuilen klad op den hals, die hen by de Sineezen in groote haat en nyd bragt. Te weten, in deeze Stadt bevonden zich te dien tyde zeer veele en ryke Kooplui den uit d'andere Sineesche Landschappen, die daar na toe getrokken waren om hunne koopmanschappen te verhandelen, en andere, die in Leaotung vallen, op te koopen. De Tarter gaf deeze Koopluiden, op hun verzoek, vry gelei, van met hunne waaren te mogen vertrekken; waar op deeze slechte luiden, (die't bedrogh en de lagen der Tarters niet bemerkten,) met alle hunne rykdommen en waaren, blydelyk ter Stadt , uit trokken ; doch naauwliks waren ze drie mylen weegs van de Stadt af, of zy wierden van de Tarters, die zich heimelyk in zeeker heester-bos versteken hadden, op 't onverzienste vervallen, En tot den laatsten man ter ner gehouwen en om 't leven gebragt. Toen de Tarters aan 't plonderen en roov'en der Goederen, en 't uitschudden der doode lyken, die op de plaats, daar deeze moordt geschied was, tot aas der vogelen en wilde dieren , onbegraven bleven leggen. D'overwinners.van dezen onweerbaren hoop quamen,: overladen met roof en'buit, wel trotzelyk en bly ter Stadt in ryden, en braghten onder de Burgers en ingezetenen groote schrik en vreeze; dewyl ze dageliks niet als diergelyke overvallen en , listigheden van de Tarters te verwachten hadden .

Aangezien nu de Tarters het veroveren dier Stadt, met verlies van zoo veel. volks, verkregen hadden , en die zeege hen dus dier te staan quam, dorstenze, verschrikt door den netrlaagh der hunnen niet verder te lande in rukken, nochte andere plaatzen van eenig belang aantasten, dewylze zorghden datze het zelffte tegenweer zouden vinden, en den zelven nerlaag lyden, die zy voor deze Stadt Leaoyang gevonden

Next page