[ENGLISH]

Gezandtschap aan den Grooten (Pag. 200)

heit zyner gebuur- Vorsten te styven en te bevestigen; dewyl hy alreeds gezien hadt, en byna tot 's Ryks ondergang, wat schade en afbreuk de Sineezen van den Tarterschen Koningh van Niuche, door de nabyheit van dit Ryk, geleeden hadden. Onder andere zocht hy zich voornamelyk in de vriendschap en gunst van den Koning van Korea te wikkelen. En gemerkt deze Koningh aan zyn Groot-vader een getal van twaalf duizend strydbare Krygs-knechten (die meest alle gesneuvelt waren) tegen den Tarter te hulp gezonden had, en de Keizer van Sina begon te vreezen, dat de Koning van Korea hem af, en den zeeg-pralenden Tarter moghte toe vallen, zoo zond hy aan hem een Gezandt, by den welken hy hem ten hoogsten deed bedanken voor den bystand, dien hy aan zynen Groot-vader gezonden had; met bygevoegde troost-redenen over den neerlaag, die de zynen, in den dienst der Sineezen tegen de Tarters, geleeden hadden. Hy zond hem daarenboven ook zeer heerlyke geschenken toe, als van zoo een Monarch te verwachten was; beloofde hem zyne gunste, waar hy kon en mogt; ...'t welk hy alleen te dien inzichte deed, om met dit verplichten den Koningh grooter hulp en bystand af te perssen En zeeker, niet zonder groote reden zocht hy de gunste van dezen Koningh van Korea inzonderheit te bejagen; dewyl de volken van dit Eilandt, dat zeer na aan Japon gelegen is, uit de nabuurschap vry meerder sterkte dan de Sineezen hebben.

En vermits te vooren op verscheidene plaatzen van dit hangend Eilandt Korea gewach gemaakt is, en des zelfs inwoonders, in 't beschryven van deze Sineesche Oorlogen, dikwils meê in 't spel zullen komen, zal ik in 't kort dit Gewest, en wat daar in aanmerkens waerdigh te vinden is, tot grondiger uitleg van 't geen ons te verhandelen staat, den Lezer voor af ten toon stellen.

Het wordt by den Europische Volken in twyffel getrokkeri, of Korea een Eiland of vast' land is. Maar het gaat zeeker, volgens het gevoelen der ervarenste Land-beschrijvers, dat het een hangend Eiland is, dat is, zoodanigh Eiland, dat rondtom in 't water leit, uitgenoomen zeker uitterste eind, daar meê het aan 't vaste land gehecht is, en, zoo te zeggen, daar by aan 't vaste land in Zee hangt. Want het kan, gelyk d'ervarentheit zulks heeft bevestight, rondom niet bevaren worden; hoewel. eenige zeggen, datze te scheep daar rondtom gezeilt zyn. Dan deze dwaling heeft hier uit haaren oorsprong genoomen, datze meenen, dat zeker groot Eiland, Fungma geheeten, ten Zuiden tegen over Korea gelegen, dit Korea zou zyn. Maar alle de Sineesche land-beschryvers stellen, dat Korea een vast landt, en aan 't Ryk Niuche in Tartarye vast is; in dier voegen, dat het, gelyk gezegt is, een hangend Eiland is. De Sineezen noemen dit hangend Eiland niet Korea, maar Chaosien; welke naam van de Japonners herkomstigh is, en word daar meê ook by hen genoemt.

Na 't Noorden grensdt dit Korea aan 't Ryk Niueche; ten Noord-westen heeft het tot grens-paal de Revier Yalo leggen, en 't overige word met de Zee bespoelt en omringt.

't Gantsche hangend Eiland Korea, zoo groot als het is, wordt in acht Landschappen verdeelt. Het middelste en eerste van deze acht voert den naam van Kiuki, daar is de voornaamste Stadt Pingjang, het Hof der Koningen, gelegen is. Het tweede Landtschap, na 't Oosten gelegen, is Kiang- yuen geheeten; hoewel het in oude ty- den den naam Gueipe voerde. Het derde Landtschap, na 't Westen gelegen, dat den naam van Hoanchai heeft., had eertyds den naam Chaosien, die nu het gantsche Eilandt eigen is. Het vierde Landtschap, oa 't Zuiden gelegen, is Ciuenlo geheeten; maar wierd voor dezen Pienhan genoemt. Het vyfde, oa 't Zuid-oosten gelegen, is Kingxau genaamt, en was eertyds by d'uitheemschen en Inwoonders met den naam Xichau bekent. Her zeste, dat na 't Zuid-westen leght, is tegenwoordigh Changcing geheeten; maar voor deezen voerde het den naam Mahan. Het zevende , na 't Noord-ooften gelegen , en dat in voorige tyden Kaokiulu genoemt

Next page