[ENGLISH]

Akte waarbij de familie van Hendrick Hamel (die negen jaar geleden uit Gorcum vertrok en van wie men aanneemt dat hij overleden is) iemand machtigt om ruim f 230 aan achterstallig salaris te innen bij de Verenigde Oostindische Compagnie.

Den 15 January 1662 coram W. Walewijns ende C. van Wesel, schepenen.

Compareerden voor schepenen der stad Gorinchem ondergenomineert de heeren mr. Adriaen Buijs van Wevelinchoven, advocaet 's Hofs van Holland, ende Govert van Neercassel, beyde oud schepenen deser stad voorscreven ende wonende alhier, ende verclaerden bij den eed in 't stuck huns ampts gedaen waerachtich te wesen, dat de naeste vrinden ende erfgenaemen ab intestato van Henrick Hamel (die wij bericht sijn naer Oost-Indien gevaren ende in den jare 1653 met, de jacht "De Sperwer" aldaer gebleven ende overleden te sijn) voor de eene erfgenaem is Johan Hamel, heelen broeder van den voorscreven Henrick, welcken voorscreven Jan mede in den voorleden jaere 1660 naar Indien gevaren is, ende alhier woonende gelaten heeft, sijne huysvrouwe ende drie kleyne kinderen, ende voor de tweede erfgenaem is Anna Maria Hamel, sijns voorscreven Henricks halve suster, welckers man, genaempt ..., mede naer Indien is gevaren, ende haer met een kleyn kind hier in dese stad heeft gelaten, ende dat, signeur Cornelis van Benschop, alhier gebooren ende jegenwoordich ontfanger van de verpondingen van 's Gravenhage, van den voornoemden Hendrick Hamel is den rechten oom; ende alsoo sij. comparanten onderricht werden, dat den gemelten Henrick Hamel ter camere van de Oostindische Compagnie, residerende binnen der stad van Amsterdam, te goede heeft de somme van tweehondertdertich gulden twee stuyvers veertien penningen, ende dat lichtelijck, ten insichte der voorscreven vrouwen, mits de absentie van haerluyder mans (oock onseker of denselve in levenden lijve sijn) bij de voorgemelte camere mochte werden gedifficulteert aen haerlieden de voorscreven somme op te leggen ende te betalen, ende dat deselve somme gevoeghelijcxst aen de voornoemde Benschop soude kunnen werden betaelt voor de voorscreven erfgenaemen, soo verclaerden sij denselven Benschop vrij meer dan suffisant omme deselve penningen te mogen ontfangen ende naer behooren te distribueren (gelijck ons schepenen oock wel bekent is); waerenboven verclaerden sij heeren comparanten henlieden ten overvloet te stellen borge voor de voorscreven tweehondertdertich gulden twee stuyvers veertien penningen bij den voorscreven Benschop uyt den hoofden voorscreven te ontfangen ende te distribueren naer behooren, welcke voorscreven comparanten wij meer dan suffisant voor de voorscreven somme erkennen. Aldus gepasseert

(get.) Willem Walewijns Cornelis van Wesel

 

 

Bron: Rechterlijke archievea van Gorinchem en het Land van Arkel, inventarisnummer 164, folio 7.

aktever.jpg (38014 bytes)

Eerste transcriptie

(voorzien van enkele annotaties)

1... 't Hof van Holland <? > ende Govert van Neercassel, beyde oud-schepenen deser stad voors., ende wonende alhier, ende verclaerden, bij den eed in 't stuck huns ampts gedaen, waerachtich te wesen dat de naeste vrinden ende erfgenaemen ab intestato2 van Henrick Hamel (die wy bericht syn naer Oost-Indien gevaren ende in den jaere 1653 met de Jacht de Sperwer aldaer gebleven ende overleden3 te sijn) voor de eene is Johan Hamel, heelen broeder van den voors. Henrick, welcken voorts mede in den voorleden jaere4 1660 naer Indien gevaeren is, ende, alhier woonende, gelaten heeft syne huysvrouwe ende drie kleyne kinderen; ende voor de tweede erfgenaem Anna Maria Hamel, sijne voors. Henricks halve suster, welckers man genaempt ? ? 5 mede naer Indien is gevaren ende haer met een kleyn kind hier in deser stad heeft gelaten. Ende dat Sr Cornelis van Benschop, alhier gebooren ende jegenwoordich ontfanger van de verpondingen van 's GravenHage, van den voorn. Hendrick Hamel is den rechten oom. Ende alsoo sy comparanten onderrich[t] werden dat den gemelten Henrick Hamel ter Camere van de Oostindischen Comp[agni]e, residerende binnen der stad van Amsterdam te goede heeft de somme van tweehondertdertich gul[den] twee stuiver veertien penn[ingen] ende dat dieselve6 ten insichte der voorss. vrouwe, mits de absentie van haerluyder mans (oock onseker of denselve in levende lyven7 sy) by de voorgemelte Camere mochte werden gedifficulteert, aen haerlieden de voorss. somme op te leggen ende te .e.aten8 ende dat deselve somme gevoeghelewyse aen den voorn. Benschop soude kunnen werden betaelt voor de voorss. erfgenaemen, soo verclaerden sy denselven Benschop vry, meer dan suffisant, omme deselve penn[ingen] te mogen ontfangen, ende naer behooren te distribueren (gelyck ons Schepenen oock welbekent is). Waerenboven verclaerden sij, Heeren Comparanten, henlieden te stellen borge voor de voorss. tweehondertdertich gul[den] twee stuyvers vertien penn[ingen] by den voorss. Benschop uyt den hoofden voorss. te ontfangen ende te distribueren naer behooren. Welcke voorss. comparanten wy meer dan suffisant voor de voorss. somme erkenende. Aldus gepasseert ten ....9

 

Willem Walelewyns Cornelis van Wesel

 

Korte weergave van de tekst :

Niet nader gedateerde schepenacte of notariele acte (waarschijnlijk uit 1661), waarbij op verzoek van enkele comparanten het volgende wordt vastgesteld:

1. aangezien moet worden aangenomen dat Hendrick Hamel in 1653 met het jacht "de Sperwer" is omgekomen, zonder tevoren door middel van enige daartoe strekkende testamentaire beschikking erfgenamen te hebben aangewezen, worden hier als zijn twee rechtmatige erfgenamen genoemd: a/ zijn volle broer Johan Hamel (die overigens ook naar Oost-Indi is vertrokken, met achterlating van een echtgenote en drie kleine kinderen); b/ zijn halfzus Anna Maria Hamel (wier niet met name genoemde man ook al naar de Oost is vertrokken); deze echtelieden hebben een klein kind;

2. de heer Cornelis van Benschop, ontvanger van de verpondingen te 's Gravenhage) is een rechte oom van Hendrick Hamel;

3. nu Hendrick Hamel nog een bedrag van fl. 230 tegoed heeft bij de VOC-kamer te Amsterdam, komt de heer Benschop, aldus de comparanten, in aanmerking deze som in ontvangst te nemen, ten einde dit bedrag onder de erfgenamen van Hendrick Hamel te "distribueren" waarbij dan de comparanten borg staan.

1 Het eerste woord van de tekst, waarmee in de vorm van een bijstelling de eerste (hier niet met name genoemde) comparant (tevens oud-schepen) kan zijn aanduid, is praktisch leesbaar: wellicht een contractie voor "advocaat" ?

2 ab intestato: zonder testament.

3 Het jacht de "sperwer" was op 26 april vanaf Texel vertrokken, arriveerde op 28 december van dat jaar te Batavia, maar leed, op reis van Taiwan naar Japan, op 17 augustus 1653 schipbreuk. Tijdgenoten (inclusief de opstellers van deze acte) gingen ervan uit (achteraf gezien: ten onrechte) dat dit schip toen met man en muis vergaan was.

4 Uit de bewoordingen "in den voorleden jaere 1660" kan worden afgeleid dat deze acte dateert uit het jaar 1661

5 De naam van de echtgenoot van deze Anna Maria Hamel blijkt bij de opstellers van deze acte niet bekend en is hier dan ook niet ingevuld; in de tekst   is voor die zelfs bijna een hele regel opengelaten.

6 Lezing onzeker

7 Lezing onzeker

8 Helaas onleesbaar

9 Dagtekening en plaats ontbreken hier.