Verhaal van het vergaan van het jacht de Sperwer by Hendrik Hamel. Page: 13

<< vorige

heeft daarentegen zoo groote vermaardheid verworven dat zijn naam in binnen- en buitenland is bekend geworden. Zijn gedwongen verblijf op het eiland Decima, heeft namelijk de boekhouder van "de Sperwer", Hendrik Hamel van Gorkum, zich ten nutte gemaakt door van het wedervaren van hem en zijne lotgenooten een relaas op te stellen en daarin op te nemen hetgeen hem omtrent land en volk van Korea was bijgebleven.

Was aan Hamel en zijne zeven kameraden op 2 December 1667 te Batavia de onderscheiding te beurt gevallen "in Rade" te mogen verschijnen [66], in het Bataviasche Dagregister staat onder den 11en dier maand nog aangeteekend dat Hendrik Hamel toen zijn Journaal "aan Haer Ede overgelevert" heeft [67]. Op dien datum heeft de Raad van Indië niet vergaderd, maar Hamel kan andermaal op het Kasteel zijn ontboden omdat de Gouverneur Generaal uit zijn mond bijzonderheden wilde hooren over zijn verblijf in Korea of omdat de Directeur Generaal wenschte te vernemen hoe hij dacht over de kansen voor den handel met dit rijk. Hamel's Journaal dat, volgens de aangehaalde aanteekening in het Dagregister, was "leggende onder de papieren desen jaere van Japan [met "de Spreeuw"] ontvangen", was toen ter Generale Secretarije beschikbaar en kon van daar worden opgevraagd om hem gelegenheid te geven het aan "Haer Edele", d.i. aan Gouverneur Generaal en Raden, aan te bieden. Ook is het niet onwaarschijnlijk dat de aanbieding heeft plaats gehad in de hiervoor vermelde vergadering der Regeering op 2 December en dat de Dagregisterhouder, de Eerste Klerk ter Generale Secretarije Camphuijs, dit eerst den IIen dier maand heeft aangeteekend, zooals meer voorkwam [68].

Een tweede exemplaar van dit Journaal is blijkbaar in het bezit geweest van zijne lotgenooten die vóór hem, den 20en Juli 1668, in het vaderland aankwamen, en door hen kort daarna aan Heeren XVII ter inzage gegeven [69], waarna de tekst in handen zal zijn gekomen van uitgevers. Dat dezen de gretigheid waarmede Hamel's relaas zou worden ontvange

volgende >>